Frits Prakke

Posts Tagged ‘deregulering’

Negatieve visie uit angst voor populisme

In Technisch Weekblad on zondag, mei 10, 2009 at 22:56

De campagne voor de verkiezingen in juni voor het Europese Parlement kenmerkt zich door nietszeggende debatten. De PVV permitteert zich meestal niet eens te verschijnen. Andere partijen verzanden al snel in een provinciaal gekissebis. Het is beschamend. Iedere positieve visie ontbreekt.

En dit allemaal terwijl de EU zo ver is gekomen op haar weg naar de na-oorlogse droom van een verenigd Europa. Middelgrote Nederlandse bedrijven exporteren steeds meer door het opheffen van handelsbelemmeringen. Wij profiteren van betere producten uit het buitenland. Duits bier en Franse rosé wijn worden goedkoper door het opruimen van middeleeuwse regelgeving die slechts de fabrikanten diende. Deze weekt legt de Europese Commissie de Amerikaanse chipsfabrikant Intel een boete op van meer dan een miljard dollar wegens concurrentievervalsing. De nieuwe Opteron chip van AMD werd door Intel op illegale wijze uit de markt geweerd. Al eerder kreeg Microsoft een boete van meer dan een miljard dollar. Niemand ontkent dat de huidige kredietcrisis rampzalig zou zijn geweest voor Europa zonder de Monetaire Unie en de Euro.

Door gebrek aan visie onder de kandidaten voor het Europees Parlement was het deze week in een door het Algemeen Dagblad georganiseerd debat prijsschieten op de grote aantallen Europese ambtenaren. Uit arren moede moest Europees Commissaris Neelie Kroes de verdediging op zich nemen. Ze stelde dat de EU niet meer ambtenaren telt dan een middelgrote stad in Nederland. Uit eigen ervaring als externe adviseur in programma’s van de EU voor R&D en voor regionale ontwikkeling weet ik dat de kwaliteit zeker niet minder is dan die van de ambtenaren van de lidstaten.

Opmerkelijk is dat VVD kandidaat Hans van Balen, partijgenoot van Kroes, haar niet bijvalt. Zijn gezichtsveld wordt getekend door zijn voorstel te gaan onderhandelen met Brussel over een nieuwe korting van een miljard euro op de Nederlandse EU-bijdrage. De visie van CDA, PvdA, VVD en CU in het debat beperkt zich verder tot het bevorderen van eigen nationale regels en een rem op de uitbreiding van de EU. De angst voor het populisme wint het bij alle politici van enige positieve visie op Europa.

Maar er is nog zo veel te doen. Bijvoorbeeld, deregulering voor het MKB. De interne markt is nog lang niet af. Volgens onderzoek scoort Europa vergeleken met de VS om die reden laag in de snelheid van de geografische diffusie van technologische innovaties. Een klein bedrijf met een succesvol nieuw product in Helmond kan slechts met grote vertraging vestigingen openen in Toulouse en Innsbruck.

Ook zouden de kandidaten zich meer uit kunnen spreken over de bestuurlijke deregulering met een visie van minder is meer. Één parlementsgebouw lijkt me bijvoorbeeld beter dan twee. Wèg met het Acquis Communautaire met zijn detailregelgeving voor heel Europa. Althans, daar zou ik een visie op verwachten in een debat over Europa.

Een beroepseed voor bankiers en ingenieurs

In Technisch Weekblad on maandag, december 1, 2008 at 18:54

Het aangrijpende verhaal van Henk Tolsma in Technisch Weekblad vorige week over de schuldbewuste ingenieur Walter G., die door een rechtbank in Duitsland is veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, heeft mij aan het denken gezet. Hij had de dragend spanten van een ijshal bij de bouw in 1973 niet goed berekend. Bij een zware sneeuwstorm in 2006 kwam het dak naar beneden waardoor 15 mensen omkwamen. De evenzeer betrokken en inmiddels eveneens bejaarde architect en inspecteur gingen vrijuit.

Is dat recht? Heeft dat zin? Daar moet toch meer aan te doen zijn dan na meer dan dertig jaar een enkele bejaarde als zondebok aan te wijzen. In onze hoogspecialistische techno-samenleving komen fatale fouten in de beroepsuitoefening steeds vaker voor. Jaarlijks overlijden in Nederland enige duizenden patiënten door vermijdbare medische fouten. Chirurgen gebruiken OK’s ondanks evidente besmettingsgevaren. Want de bezettingsgraad is heilig. Ingenieurs in Den Haag en Amsterdam kunnen geen diepe tunnels bouwen zonder dramatische lekkages. Goedkoop wint van goed. Grootschalige onderwijsvernieuwingen hebben de status van het beroep uitgehold. Leraren voelen zich geknecht en gaan zich ernaar gedragen. Bankiers, vroeger een beroep met status, gaan jarenlang door met het verkopen van financiële producten die honderden miljoenen euro’s verlies opleveren. Als het mis gaat moeten ze toegeven dat eigenlijk niemand het meer begreep.

De beroepen worden vermalen tussen twee elkaar beconcurrerende regulerende mechanismen, enerzijds de wet en regelgeving van de overheid en anderzijds de vrije markt. We vergeten dat een derde regulerend mechanisme mogelijk en wenselijk is, namelijk dat van het beroep. Kern van een dergelijk mechanisme is de verantwoordingsverhouding. Aan wie wordt voor een geleverde prestatie verantwoording afgelegd? De systeemingenieur zou zeggen: aan wie wordt er teruggekoppeld? Dat kan aan de ambtenaren en rechtbanken van de staat op basis van wet en regelgeving. (Zoals de arme Walter G..) Dat kan aan managers in de markt op basis van winstmaximalisering. Maar dat kan ook aan de eigen beroepsgroep op basis van daarin vastgelegde protocollen en waarden.

De beroepen zullen hun rol als derde regulerend mechanisme moeten bevechten. Daarvoor moet een daadwerkelijke kwaliteitscontrole tot stand gebracht worden die bovendien voldoet aan de hoogste eisen van transparantie en democratische controle. Met uitzondering van de transparantie kunnen de accountants en medische specialisten voorlopig als voorbeeld dienen. Maar ingenieurs, leraren en zelfs bankiers hebben langs deze weg ook veel te winnen, voor zichzelf en voor de samenleving.
De middelen die een beroepsgroep heeft om de taak van regulerend mechanisme in de praktijk waar te maken zijn bijvoorbeeld het leerlingenstelsel, de beroepsopleiding, certificering, de beroepseed, nascholing, visitaties, benoemingscommissies en tuchtcolleges. Globalisering en Internet maken de hiervoor vereiste informatiestromen mogelijk. Voor wie dit allemaal teveel lijkt op de middeleeuwse gilden, bedenk dat de grote Kathedralen ooit werden gebouwd door meester-metselaars, zonder noemenswaardige aanwijzingen van de staat, de markt, of zelfs van bouwtekeningen.

Dr. V. en de 1.040 uren norm

In Technisch Weekblad on zondag, januari 20, 2008 at 18:58

Het is goed te beseffen dat de politiek, in het bijzonder de Tweede Kamer, niet veel kan. Algemene prioriteiten verwoorden, ja. Begrotingsgrenzen bepalen, ja. Het scheppen van brede kaders, ja. Het mobiliseren van de opinie of het halt toeroepen aan misstanden, dat kan de TK ook. Op een goede dag. Maar de uitvoering in de praktijk moet aan anderen worden overgelaten. Daarvoor zijn er ondernemers, maatschappelijke organisaties, overheidsdiensten, professionals, en niet te vergeten, de burgers.

Als de politiek deze beperking niet in acht neemt gebeuren er ongelukken, zoals de bouw van de onverkoopbare RSV-kolengravers (1981), de inmenging in de technische specificaties van een nieuw paspoort (jaren 90), of het ingrijpen bij de invoering van een chip in een nieuwe OV-kaart (deze week). Het mag zeker ook als een ongeluk gelden dat de Tweede Kamer vorig jaar een norm van 1.040 lesuren heeft gespecificeerd voor het voortgezet onderwijs. Daarmee is getreden in de verantwoordelijkheid van scholen. Dit kan slechts leiden tot bureaucratische schijnbewegingen die ten koste gaan van de energie en het zelfbewustzijn van de scholen. En die zijn juist zo nodig voor de werkelijke verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

Denk eens na over de beste vijf docenten die je in je leven hebt gehad. Waren dat degenen die zich het beste conformeerden aan de geldende regels van het onderwijsministerie, of zelfs van de schooldirecteur? Ik moet dan denken aan mijn leraar Duits, Dr. V., een veelgeplaagd man omdat in die tijd een vier voor Duits op je rapport nog gold als een soort verlate verzetsdaad. Algemeen bekend was dat in tien jaar niet één van zijn leerlingen voor het eindexamen Duits een onvoldoende had gehaald. Dr. V. vond ook dat vierdeklassers oud genoeg waren om originele teksten van de filosoof Immanuel Kant te lezen en te vertalen. Kritik der Reinen Vernunft. Lesprogramma’s vond Dr. V. iets voor klerken. Tussen mij en Kant is het nooit veel geworden, maar ik heb daardoor wel een levenslang respect voor de Duitse taal gekregen. Ook heb ik dankzij Dr. V. leren biljarten. Ongeveer de helft van de lesuren was hij “nicht disponiert” en doken de meisjes en jongens van de klas in het nabijgelegen café. Toen waren er nog geen ophokuren.

Iedereen wil het onderwijs in Nederland verbeteren en meestal willen ze dat het weer net zo goed wordt als vroeger. De werkelijkheid is ingewikkelder. Alles bij elkaar genomen valt niet te ontkennen dat er in dertig jaar kwantitatief en kwalitatief grote prestaties zijn geleverd. Deze ontwikkeling is slechts belast door de herhaaldelijke inmenging van de politiek in de uitvoering van het onderwijs, daar waar slechts brede kaders hadden moeten worden gegeven. De klas van Dr.V. zou allang gestaakt hebben.