Frits Prakke

Archive for december, 2003|Monthly archive page

Micro-technologie, een kerstvertelling

In Technisch Weekblad on maandag, december 8, 2003 at 21:16

In een wereld waarin ingenieurs zich alleen nog maar bezig lijken te houden met grootschalige hi-tech, die in toenemende mate bestaat uit hersenloze IT en nog eens IT, en waarin de mens weggecijferd wordt als arbeidskracht, als consument, als bionisch systeem of zelfs als militair doelwit, in zo`n wereld is er behoefte aan een alternatief. De nood is wellicht het hoogst bij de Nederlandse Technische Universiteiten, die er steeds minder in slagen studenten, laat staan studentes, aan te trekken.

Als in een echte kerstvertelling verschijnt het licht soms juist in de ergste duisternis. Op de campus van de technische universiteit M.I.T. in Cambridge, niet ver van waar de eerste computer en de eerste atoombom werden ontworpen en waar nog steeds geld van grote Amerikaanse industriële bedrijven en het Pentagon zorgen voor de grootste universitaire onderzoekbegroting ter wereld, geeft professor Amy Smith een werkcollege, D-lab. Amy Smith is een prijswinnende ontwerper van medische instrumenten en apparaten voor het dagelijks leven in de armste delen van Afrika. Zij ontwikkelde een goedkoop, niet-elektrisch testinstrument voor drinkwater, gebruik makend van plastic babyflessen, en een hamermolen voor sorghumgierst die dorpelingen zelf kunnen repareren. Voor prijswinnend onderzoek is er op M.I.T. altijd financiering beschikbaar.

D-lab lijkt in eerste instantie een beetje op het in de jaren zeventig ook aan Nederlandse universiteiten populaire vak Alternatieve Technologie. Maar Amy Smith gaat verder. Dit is geen traditionele ontwikkelingshulp. Ze sluit bewust aan bij de verassend succesvolle ontwikkeling van micro-bankieren in India, waarbij de economische ontwikkeling van dorpen via zeer kleine leningen – te klein voor bestaande ontwikkelingsorganisaties – in handen van de vrouwen van het dorp wordt gelegd. Vrouwelijke ingenieurs zijn hier in het voordeel omdat in deze landen de landbouw in handen van vrouwen is. Vervolgens staat het cognitief-psychologische proces van ontwerpen centraal.

In D-lab gaat het om micro-technologie: ontwerpen met minimale middelen. Dat is geen gemakkelijke opgaaf voor de M.I.T. studenten die $ 30.000 per jaar betalen om te studeren. Een verblijf van tien dagen in Haïti, Brazilië of India midden in het semester wordt voorbereid met lessen in taal (bijv. Creools), mechanica en dorpspolitiek, en training in het testen van drinkwater. Maar eerst is er nog een andere toets. Iedere student moet een week lang overleven in Cambridge op $2 per dag, het gemiddelde inkomen in Haïti. Het beleven van de armoede is een voorwaarde om als ingenieur te kunnen ontwerpen voor de armen. Amy Smith doet mee met haar studenten en als er in die week een academische festiviteit plaatsvindt eet ze aan het diner alleen haar eigen meegebrachte crackers. In het werkcollege is dit jaar een methode ontwikkeld om uit het afval van suikerriet op Haïti houtskool te maken. Dat is goedkoper en spaart bovendien de uit ecologisch oogpunt onvervangbare bossen.

Is er behoefte aan ingenieurs-op-blote-voeten in deze wereld? De intellectuele ervaring lijkt me in ieder geval – om met de moderne commercie te spreken – onbetaalbaar.