Frits Prakke

Archive for mei, 2003|Monthly archive page

EZ moet weer een politiek ministerie worden

In Technisch Weekblad on woensdag, mei 21, 2003 at 21:05

Wat treft voormalig landbouwminister Brinkhorst aan als de nieuwe minister van Economische Zaken? In de jaren vijftig had EZ de politieke regie over de industriële wederopbouw. Dat was een succes. Eind jaren zeventig kreeg het ministerie de regie over de herstructurering van noodlijdende bedrijven. Honderden miljoenen guldens en vele jaren later bleek dat deze verliessubsidies geen succes waren. Vanaf de jaren tachtig werd Economische Zaken van falend regisseur tot hoofdonderwijzer met ernstige ordeproblemen. Het klasje van Nederlandse industriële ondernemingen werd onophoudelijk het belang van technische innovatie voorgehouden, vooral in de macro-economische zin van grotere nationale uitgaven aan R&D. Maar de uitgaven voor industriële research daalden juist. Dit was slecht voor het zelfvertrouwen van de hoofdonderwijzer. In de Tweede Kamer werd openlijk getwijfeld aan het nut van de overgebleven generieke technologiesubsidies. Het politieke belang van het ministerie daalde in parallel met de departementale begroting.

EZ is een ministerie zonder politieke betekenis geworden terwijl een aantal van de belangrijkste politieke kwesties van deze tijd juist economische kwesties zijn. Ze liggen voor het oprapen, zeker voor een ambitieuze nieuwe minister. Het is hoognodig politiek leiding te geven aan processen van privatisering en versterking van concurrentie, gelijk of het om de energiedistributie gaat of taxi’s.

Privatisering heeft vaak tot grote teleurstellingen geleid omdat het gelijkgesteld werd met het terugtreden van de overheid en van de politiek. De politieke regie liet het afweten. Maar vrije markten kunnen niet zonder een actieve marktmeester. Macro-economische distantie is daarbij ongepast. Voormalig CDA kamerlid Joost van Iersel schreef in het Financieel Dagblad van 1 mei dat EZ juist hét centrale departement van de micro-economie moet zijn. Micro-economie is de verhouding tussen aanbieders en vragers op markten. Het departement staat op een tweesprong.

Uitgangspunt voor een nieuw EZ moet zijn het inzicht dat anno 2003 de minister verantwoording moet afleggen aan de kiezers en niet aan het georganiseerde bedrijfsleven. Dat betekent een verschuiving van de oriëntatie van producenten naar consumenten. Op Onderwijs en Wetenschappen zou, bijvoorbeeld, op parallelle wijze de oriëntatie moeten verschuiven van schooldirecteuren naar leerlingen, van aanbod naar vraag.

Op Landbouw heeft Brinkhorst bewezen ondanks grote weerstand een beleidsomslag tot stand te kunnen brengen van subsidieloket van boeren(-organisaties) naar voorvechter voor de consumenten. De middelen van dit nieuwe beleid zijn steeds dezelfde: de herinrichting van de betreffende markten in het voordeel van de vraag. De bevoegdheden van de NMA en de Opta moeten hiertoe worden uitgebreid.

De nieuwe aanpak geldt niet alleen voor markten van goederen, maar ook voor de door het nieuwe kabinet, en door de partij van Brinkhorst in het bijzonder, omarmde kenniseconomie. We spreken dan niet zo gauw van kennismarkten, maar liever van kennisketens of innovatiesystemen. Het principe blijft hetzelfde. Extra geld is slechts een beginpunt. De politiek moet de regie voeren over de inrichting van de kennisketens. De Adviesraad voor Wetenschap en Technologiebeleid heeft onlangs nog eens aangetoond dat deze in Nederland vaak zeer gebrekkig is. EZ onder leiding van Brinkhorst kan hier met succes een politieke rol spelen als marktmeester van de kenniseconomie. Het alternatief is dat het ministerie berust in zijn huidige rol van subsidieloket voor de industrie en daarmee zichzelf uiteindelijk overbodig maakt.