Frits Prakke

Archive for oktober, 2003|Monthly archive page

Open innovatie

In Technisch Weekblad on zondag, oktober 12, 2003 at 21:12

De technologie van 2003 heeft een volstrekt ander gezicht dan de technologie van vijftig jaar geleden. MRI-apparatuur werkt volstrekt anders dan de ooit moderne Röntgentoestellen. De nieuwste laag verf op mijn huis is niet te vergelijken met de eerste, van voor de oorlog. Mijn nieuwe digitale camera ………, enfin. Maar nog interessanter is dat ook de manieren van het ontwikkelen van nieuwe technologie, de spelregels van innovatieprocessen, geheel anders zijn dan 50 of zelfs 10 jaar geleden.

Weten de grote, traditionele technologische ondernemingen in Nederland dat? Ik vermoed van wel. Grote reorganisaties van research bij Philips, Shell en AKZO de laatste 15 jaar maken duidelijk dat ze hard bezig zijn zich aan de nieuwe spelregels voor innovatie aan te passen. Vertellen ze dat ook aan het nieuw geïnstalleerde Innovatieplatform van Balkenende? Voorlopig lijkt al het nieuwe geld daarvoor geclaimd te worden door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, met bureaucratische schijngevechten tussen de eerste en de tweede geldstroom voor de financiering van fundamenteel onderzoek.

De laatste twintig jaar hebben de opkomst gezien van steeds meer open innovatie in bedrijfstakken, ten koste van gesloten innovatie. Het verschil daartussen wordt door Henry Chesbrough van de Harvard Business School – geheel in lijn met modern innovatieonderzoek – geïllustreerd met het verschil tussen Lucent Technologies, de opvolger van het aloude Bell Laboratories, en Cisco Systems. Beide zijn producenten van telecommunicatieapparatuur. Bell Laboratories ontwikkelt, octrooieert en commercialiseert nieuwe kennis, van fundamenteel onderzoek in nieuwe materialen tot het ontwerp van componenten en de ontwikkeling van software voor specifieke klanten, binnen de eigen onderneming. Dat is geheel volgens de regels van gesloten innovatie. Cisco daarentegen, heeft binnen twintig jaar technologisch leiderschap verworven in de bedrijfstak zonder zelf te investeren in fundamenteel onderzoek en zonder kostbare ontwikkelingsprogramma’s. In plaats daarvan werd op basis van een strategie van open innovatie steeds weer samengewerkt met de beste externe partners. De fout eigen, reeds in eigen huis ontwikkelde, technologie voor te trekken werd daardoor vermeden. Externe partners waren bijvoorbeeld universitaire startups, individuele uitvinders, of teleurgestelde ingenieurs bij concurrerende ondernemingen. Zonodig werden nieuwe veelbelovende bedrijfjes overgenomen, passend als stukken in Cisco’s legpuzzel.

Er zijn nog maar weinig bedrijfstakken waarin succes behaald kan worden volgens het oude recept van gesloten innovatie, bijvoorbeeld kernenergie. Veel bedrijfstakken, zoals computer geheugens, halfgeleiders, telecommunicatieapparatuur, optica, biotechnologie en farmacie, bevinden zich momenteel in een overgangsfase van gesloten naar open innovatie. Het resultaat is dat er een groot scala aan gespecialiseerde, doorgaans commerciële rollen is ontstaan die van cruciaal belang zijn in het innovatieproces. Chesbrough definieert de rollen van innovatie investeerders, weldoeners, verkenners, handelaren, architecten, zendelingen, kooplui en loketten.
Ondernemingen die vasthouden aan het model van gesloten innovatie blijven achter. Als Nederland zijn innovatiebeleid gaat baseren op het onderscheid tussen slechts twee rollen, fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek, zal het zeker achterblijven.