Frits Prakke

Posts Tagged ‘Nieuwe media’

CNN en de wet van de Concorde

In Technisch Weekblad on donderdag, oktober 25, 2001 at 20:33

In 1957 reisde ik met de Ms Nieuwe Amsterdam van de terminal van de Holland Amerika Lijn in Rotterdam naar New York. De reis van 8 dagen is een dierbare en rijke jeugdherinnering. Vijf jaar later waren de H.A.L. diensten naar New York vervangen door straalvliegtuigen die er slechts 8 uur over deden en ook nog veel goedkoper waren. De DC9 en later de Boeing 747 waren een revolutionair succes. Hier leek sprake te zijn van een duidelijk technologisch traject: steeds sneller intercontinentaal personenvervoer voor de massa dankzij steeds krachtiger straalmotoren. Nog weer tien jaar later kwam de Concorde die in slechts enkele uren naar New York vloog. Maar dertig jaar later is de Concorde nog steeds niet meer dan een speeltje voor de allerrijksten, een curiositeit op kosten van de Franse en Britse belasting betalers. Technologische trajecten zijn niet eindeloos. De technologische oplossingen in de ene richting schept nieuwe problemen in een andere, in dit geval geluidsoverlast, parkeerproblemen en beveiliging. Noem het de wet van de Concorde.

Een vergelijkbare dynamiek is er op het gebied van de snelle nieuwsgaring. Sinds de uitvinding van de fotografie zien we de beelden van gebeurtenissen rond de wereld steeds sneller en overvloediger bij ons thuis gebracht. Het allernieuwste is de Talking Head, een video satelliet telefoon ter grootte van een vette laptop PC (5 kilo) die het de verslaggever mogelijk maakt vanuit de bergen in en rond Afghanistan via Inmarsat beelden rechtstreeks naar onze huiskamers te brengen. Het apparaat deed zijn intree met de berichtgeving van de arrestatie van Pinochet in Chili op 27 april vorig jaar. Het kost slechts $ 16.000 en wereldwijd worden er nu al ongeveer 200 gebruikt, vooral door CNN en de BBC. De Talking Head past in de ontwikkeling steeds meer nieuws, vanaf de locatie, snel en zonder nadere redactie, in de huiskamer te brengen. Dit geldt voor de verslaggeving over oorlogen, maar ook over het koningshuis of over de ontslagen bij KPN. Snelle, directe en continue beelden vormen het journalistiek ideaal.

De vroege fotografie in de Amerikaanse Burgeroorlog en de vroege film in Eerste Wereldoorlog waren veel directer en beter in staat de gruwelen van oorlogsvoering in beeld te brengen dan daarvoor de olieverf schilderijen van Admiraal Nelson en Napoleon. Toch zou het duren tot de Vietnam oorlog voordat beeldrapportages zodanig waren dat de oorlogsvoering zelf erdoor werd beïnvloed. De algemene opinie is dat de Vietnam oorlog werd bekort door de onmogelijkheid de gruwelen die dagelijks op de TV werden getoond nog langer te verkopen aan de Amerikaanse burgers als een rechtvaardige oorlog. De vraag is nu wat de invloed zal zijn van het laatst product van dit technologische traject, de Talking Head.

De ‘live’ nieuwsrapportages uit Islamabad, Noord-Afghanistan en Kaboel interesseren me steeds minder. Laat de verslaggever niet rapporteren vanaf het regenachtige Binnenhof, de hekken voor Paleis Noordeinde of het Witte Huis, maar – lekker uit de wind en met tijd voor reflectie – vanuit een studio. Zeker over de oorlog in Afghanistan loont het steeds minder om de onrustige Talking Head beelden te bekijken, en steeds meer om één keer per dag een of twee artikelen in een goede krant te lezen. De voortgang van de techniek in de richting van steeds meer directe beelden vanaf locatie is zichzelf voorbijgelopen. Er is nu zoveel beeld beschikbaar dat de knelpunten anders zijn komen te liggen. De wet van de Concorde is ook van toepassing op de snelle nieuwsgaring.

Kan internet de krant vervangen?

In Technisch Weekblad on dinsdag, maart 30, 1999 at 20:06

De krant bestaat niet om ons van meer informatie te voorzien, maar om de hoeveelheid informatie die zich aanbiedt te beperken. We willen niet alles weten, maar alleen dat wat van belang is. Tijd is schaars. Daarom gaat het niet om informatie vergaren maar om informatie selecteren. Zo heel nu en dan willen we iets horen dat echt nieuw of verrassend is. Om ons niet te zwaar te belasten houden de meeste kranten zich daaraan en zijn ze vooral bezig onze bestaande (voor-) oordelen te bevestigen. De zichzelf respecterende journalist zal tegen deze zienswijze protesteren, maar tegelijk toegeven, als hij de oude krantenwijsheid beaamt, dat een goede krant een “mijnheer” moet zijn: voorspelbaar, eerbiedwaardig en lid van dezelfde club. Ik schrijf dit niet als een aanval op het journaille. Integendeel. Ik maak me juist zorgen hoe kranten ooit een grotere rol kunnen gaan spelen op een in technische opzichten superieur medium als Internet. Want Internet selecteert niet.

Een hardnekkige griep heeft me een week zodanig aan huis gekluisterd dat ik me volledig heb kunnen wijden, zonder tijdklem, aan de informatievergaring via Internet. Het informatieaanbod op het Internet, zo blijkt dan, is zeer zeker geen “mijnheer”. Veeleer is er sprake van een “pukkelige puber”. Voortdurend wordt je om de oren gekletst met overvloedige, uitdagende, verrassende, verontrustende, moeilijk te plaatsen en zelfs ongewenste informatie. Het Internet weet zijn hormonen niet te beheersen. Het is fascinerend op de website van cyber-roddeltante Matt Drudge op woensdag te lezen dat het huwelijk van Bill en Hillary Clinton nu definitief op de klippen is gelopen, en dit met dezelfde vage bronvermelding op vrijdag als opening in de Telegraaf te lezen. Maar is dat dan waar? Wie beweert dat? Of, wil ik dat weten?

Internet is technologie die zich nog moet aanpassen aan onze cultuur. Al in de oudheid was bekend aan welke drie eisen een boodschap moest voldoen om gehoor te vinden. Enkel informatie en logische samenhang (de ‘logos’) is niet voldoende. Evenzeer zijn van belang de intentie en het gevoel (de ‘pathos’) die overgebracht worden en de aard (de ‘ethos’) van de boodschapper. Verdient hij onze aandacht? Wil je je ermee identificeren? Omdat op het Internet de aanbieders veelal onbekenden zijn ontbreekt het vooral aan de kwaliteiten pathos en ethos. Dat zijn precies de eigenschappen die de krant, juist door zijn beperkingen als “Mijnheer” in overvloed bezit. De beste informatiebronnen op het Internet zijn voor mij dan ook gevestigde kranten – super-mijnheren – die een website hebben, zoals de New York Times en in Nederland de onlangs sterk verbeterde website van het Parool. Ik verwacht dat op termijn de hardcopy uitgaven overbodig zullen worden. Mijn abonnement betaalt toch enkel de kosten van papier en drukker. De uitgever en redactie kunnen dan van de digitale advertenties leven. Alleen, waar wordt dan morgen de vis in verpakt?