Frits Prakke

Archive for april, 2000|Monthly archive page

De ontucht van de kapitaalmarkt

In Technisch Weekblad on zondag, april 16, 2000 at 20:25

Menig ingenieur kijkt met een fors wantrouwen naar de markt. Die markt dicteert de opbrengsten van zijn ijver en vernuft, de prijs van zijn producten en zijn loonstrookje aan het eind van de maand. Kunnen die vermaledijde economen – de baasjes van de markt – hem uitleggen wat de redelijkheid daarvan is? Optimale allocatie van schaarse middelen, zegt U? Waarom worden dan mensen die niets produceren ruim beloond en is er altijd te weinig geld voor echt belangrijke zaken als milieu en cultuur? Het is geen wonder dat in de vorige eeuw zoveel sociaal bewogen ingenieurs voor het socialisme kozen.

Juist nu het grote socialistische experiment in het Oosten definitief heeft gefaald en in het Westen zelfs in de Nederlandse PvdA iedereen om het hardst roept om meer marktwerking, zaaien de uitwassen van de Interneteconomie twijfel. De nieuwe economie doet de oude ingenieur huiveren. De RijnSchelde werf in Vlissingen, met 1100 werknemers en een prachtig product, wordt voor één gulden verpatst. Tegelijkertijd maakt de beursgang van Internetbedrijf WorldOnline, specialiserend in gebakken lucht, van oprichtster Nina Brink een multimiljonaire. Die mevrouw met de duimen. Is dat redelijk? Is dat optimale allocatie van schaarse middelen? Het Internet is erin geslaagd de gebreken van de vrije markt tot absurde proporties uit te vergroten juist op het moment van haar grootste zegetocht.

Economen geven graag hoog op van de tucht van de markt. Maar er zijn verschillende markten. Op de markt van producten wordt daarmee bedoeld dat de fabrikant door concurrentie wordt gedwongen de kwaliteit van zijn producten zo hoog mogelijk te maken en de prijs zo laag mogelijk. Als dat niet lukt bestaat de tucht daaruit, dat de ondernemer failliet gaat en de werknemers kunnen verhuizen naar een bedrijf met een hogere productiviteit. Daar worden we allemaal beter van. Deze tucht was ervoor verantwoordelijk dat Europese fabrikanten in de jaren tachtig onder druk van de Japanse concurrentie kwaliteitsmanagement en verhoogde productinnovatie hebben ingevoerd. Dat was vaak een pijnlijk proces voor de betrokkenen, maar uiteindelijk werd door de overlevende bedrijven het verloren marktaandeel teruggewonnen.

Evenzo heeft de tucht van de vrijere arbeidsmarkt de laatste jaren geleid tot veel grotere flexibiliteit. Werkgevers en werknemers zijn minder elkaars gevangenen. Dat lijkt een belangrijke bijdrage te zijn geweest aan de verminderde werkloosheid en inflatie in Nederland.

Op gebieden als hoger onderwijs en gezondheidszorg is in veel mindere mate sprake van een vrije markt en dus ook minder sprake van product- en procesinnovatie dan in de industrie. Business Process Re-engineering, een vorm van kwaliteitsmanagement die al jaren gemeengoed is in industrie en commerciële dienstverlening, werd onlangs “ontdekt” in de ziekenhuiszorg als tovermiddel voor de toekomst. Maar de tucht ontbreekt.

Resteert de ontucht van de kapitaalmarkt, in Nederland gepersonifieerd door Nina Brink. Ook economen moeten toegeven dat deze markt tot misallocatie leidt. Onderzoek van de Tilburgse econoom Hans Schenk heeft overtuigend aangetoond, dat fusies en overnames voor de betrokken bedrijven en aandeelhouders gemiddeld een vermindering van waarde opleveren. Liefhebbers van ontucht zullen genieten van het boek over Wall Street bankiers begin jaren negentig, Liar’s Poker, van Michael Lewis. Kort samengevat: de foute mensen worden walgelijk rijk om de foute redenen. Marxisten lijken gelijk te hebben dat het hart van het kapitalisme, de kapitaalmarkt, verrot is. Zeker op de korte termijn heerst daar geen tucht maar ontucht. Het wantrouwen van de ingenieur is terecht. Internet versterkt deze absurde kant van de vrije markt economie. De enige troost is dat voorgaande technologische revoluties, zoals de opkomst van de spoorwegen en de olie-industrie, ook hierdoor gekenmerkt werden. Op de langere termijn wordt kennelijk hiermee de noodzakelijke dynamiek gediend. Het systeem is gebrekkig, maar ieder alternatief is slechter.