Frits Prakke

Archive for september, 2007|Monthly archive page

Een standbeeld voor een ingenieur

In Technisch Weekblad on maandag, september 17, 2007 at 18:50

Op rondreis door Noord-Italië kwam ik vorige maand plotseling te staan voor een immens groot gebouw, een soort tempel. De locatie was de centrale plek van een groot park aan de oever van het Lago di Como. Mijn eerste associatie was met de megalomane overheidsge¬bouwen in Rome uit de tijd van Mussolini. Bij nadere inspectie bleek het een mausoleum geweid aan Alessandro Volta (1745-1827), uitvinder/ingenieur op het gebied van de elektriciteit. Op weg naar Como was ik ook al in de Dolomieten, in het dorpje Ortisei, gestuit op een meer dan manshoog bronzen beeld van de spoorwegingenieur die eind negentiende eeuw de voorheen achterlijke streek een verbinding met Bolzano had gegeven. Dat leek me een sympathieke uiting van waardering van de dorpelingen voor de technologische vooruitgang. Maar een mausoleum voor de uitvinder van de elektrische batterij?? Dat is voor een calvinistische Hollander verbijsterend.

Niet alleen het calvinisme maar ook de heersende culturele opvattingen van de twintigste eeuw hebben ons achterdochtig gemaakt voor iconen en standbeelden. De aankleding van onze publieke ruimtes is mede daardoor kil. In Frankrijk kan ik in ieder klein stadje weer genieten van de zoveelste sculptuur van Jeanne dÁrc. Maar in Nederland zijn sinds jaren slechts abstracte monumenten en conceptuele beelden toegestaan. Zelfs straatnamen in nieuwbouwwijken, de meest schuchtere vorm van erkenning, verwijzen nog maar zelden naar personen.

Vroeger – in de tijd van de VOC, zou je kunnen zeggen – was dat anders. Nederland is rijk aan beelden van zeehelden, vorsten en zelfs ingenieurs uit de gouden eeuw. Er staat in de Midden-Beemster een standbeeld van Adriaansz Leeghwater (1575-1650), in de Oude Kerk in Delft een prachtige grafplaat van Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723), in Voorburg een bronzen beeld van Christiaan Huygens met zijn vader Constantijn.

Modernere wetenschappers en ingenieurs krijgen hoogstens een borstbeeld of plakkaat weggemoffeld op de binnenplaats van een instituut. W.C. Röntgen (1842-1923), als uitvinder niet minder belangrijk dan Volta, wordt in Apeldoorn slechts geëerd met een café en de straatnaam van het vroegere tuinpad achter zijn ouderlijk huis.Meer dan een halve eeuw oud zijn het standbeeld van Cornelis Lely op de Afsluitdijk en van Anton Philips (1951), die in Eindhoven op het tochtige stationsplein treinreizigers verwelkomt.

Op 18 augustus 2007 is in Deurne een standbeeld onthuld van ir. Hub van Doorne, representant bij uitstek, ja icoon, van de na-oorlogse industrialisatie. Is dat een kentering? Pieter Geelen van TomTom hoeft geen mausoleum. Maar hier ligt een mooie taak voor de regering Balkenende, die voor weinig geld wetenschap en innovatie wil stimuleren, die opgescheept zit met talrijke wijken die minder dan prachtig zijn, die inspiratie zoekt in prestaties in ons rijke verleden, die gelooft in het belang van iconen.