Frits Prakke

Archive for september, 2000|Monthly archive page

Universiteiten moeten concurreren

In Technisch Weekblad on zondag, september 17, 2000 at 20:26

Het plan van minister Hermans om door de invoering van Bachelors en Masters opleidingen in Nederland het succes van de beste Amerikaanse universiteiten te evenaren is gedoemd. Dat blijft “kurieren an Symptom”. Het hoger onderwijs in Nederland is en blijft een grote overheidsbureaucratie. Het Amerikaanse systeem is een markt, ook al speelt de overheid als marktmeester een belangrijke rol. Regelmatig wordt ik daaraan herinnerd door de post die ik als reünist krijg van M.I.T., de Amerikaanse universiteit waar ik ooit drie zeer plezierig jaren doorbracht. Die post is soms een brief van de President met een verzoek om geld, soms een brief van de dekaan van mijn oude faculteit met een enthousiast verhaal over nieuwe onderwijsprogramma’s of aanstellingen, soms een glossy tijdschrift. Maar altijd is de boodschap dezelfde. Zij zijn bezig het universitaire product te verbeteren en ze gaan de concurrentie aan met Harvard, Berkley en Chicago. Bovenal zien ze mij als gewaardeerde cliënt. De Nederlandse universiteiten daarentegen kijken in de beste bureaucratische traditie, zoals onlangs bij de opening van het academisch jaar, vooral naar hun minister als begrotingsbaas. De Amerikaanse topuniversiteiten kijken naar hun cliënten op diverse markten. Naast de reünisten zijn dat de potentiële studenten, talentvolle onderzoekers, donateurs, en zakelijke partners. Het product is steeds toponderwijs en toponderzoek. Zo krijgt M.I.T. dit jaar van Patrick J. McGovern, een zeer rijke uitgever, $ 350 miljoen voor een nieuw instituut voor hersenonderzoek met 300 medewerkers. Zes andere universiteiten hebben serieus meegedongen naar deze prijs, maar M.I.T. kwam met het beste plan. De Engelse regering betaalt M.I.T. dit jaar $ 135 miljoen om een research joint venture op te zetten met de eigen Universiteit van Cambridge.

Op vergelijkbare manier stellen Amerikaanse topuniversiteiten zich op in de markt voor studenten voor hun Bachelors en Masters opleidingen. Het product is dan toponderwijs, met de kans je academisch te onderscheiden en goede loopbaanperspectieven. De gemiddelde M.I.T. engineering graduate verdiende vorig jaar in zijn eerste baan $ 84.000, lees ik in mijn maandelijkse reünistenbrief. Dank u. Evenzeer concurreren studenten om toelating. Voor een Nederlandse student betekent een 6-min voor een hoofdvak feest. Voor de Amerikaanse Bachelors student betekent zo’n cijfer het einde van zijn kans op toelating tot een goede Masters opleiding. Stel daartegenover de verzekering die minister Hermans geeft, dat zijn plannen er niet toe zullen leiden dat enig student met een bachelors graad toegang tot het Masters programma kan worden geweigerd. Concurrentie is taboe. Het resultaat is dat Nederlandse universiteiten in de markt voor studenten zich nog steeds niet op de kwaliteit van het onderwijs kunnen onderscheiden. De potentiële student wordt benaderd met genante advertenties van Universiteit A met de nadruk op bier en van Universiteit B met disco.

De afgelopen tien jaar is met veel inzet gesleuteld aan de Nederlandse universiteiten, met name efficiency maatregelen en de omvang van het onderzoek. Prima. Nu wordt er hard gewerkt aan de studeerbaarheid. Maar dat blijft opsmuk aan een in wezen introvert, star en bureaucratisch systeem. De getroffen maatregelen doen me denken aan de pogingen van Leonid Brezhnev in de jaren zeventig om de zieltogende Sovjet economie productiever te maken door Westerse management technieken in te voeren zoals prestatiebeloning en marketing. Zonder echte marktwerking werd dat een fiasco.

De noodzakelijke volgende stap voor de Nederlandse universiteiten is de invoering van veel grotere zelfstandigheid en de daarmee verbonden echte concurrentie. Het hoger in Hoger Onderwijs kan alleen dan worden waargemaakt. Dat hoeft geen Big Bang te zijn, als de richting maar overduidelijk is. In ieder geval is het niet voldoende om een paar Amerikaanse termen in te voeren.