Het is een klassiek dilemma in de praktijk van innovatie en wetenschap. Als je niet weet wat je zoekt, zal je het ook niet vinden. Een Nasa evaluatie van de Marsverkenners in 1976-77 leert ons nu, dat als je niet weet welk soort leven je zoekt, je niet alleen niets zal vinden, maar zelfs een grote kans loopt het aanwezige leven te vernietigen.
Dertig jaar geleden zocht Nasa naar leven op de rode planeet zoals wij dat kennen op aarde. Daarin is zout water de interne vloeistof van levende cellen. Als je er water op sprenkelt dan groeit er onder invloed van zonlicht zoiets als veldsla, of tenminste een soort mos. Maar onderzoek van de oceaanvloer, oppervlaktewateren met een zeer hoog zuurgehalte en poolvlaktes heeft ons de laatste jaren geleerd dat zelfs op aarde geheel andere soorten leven mogelijk zijn. De commissie “weird life” (bizar leven) van de National Research Council zegt nu dat onder zeer koude omstandigheden – zoals op Mars – cellen denkbaar zijn die als interne vloeistof een mengsel van waterstofperoxide en water hebben. De geoloog Schulze-Makuch wijst erop dat op aarde een bombardier kever bestaat die zich verdedigt met een kokend hete sproeivloeistof die voor een kwart uit waterstofperoxide bestaat.
Als een Viking Marsverkenner in 1977 water heeft gesprenkeld op microben op basis van waterstofperoxide, is de onmiddellijke dood van deze organismen door oververhitting het gevolg geweest. Geen veldsla, geen mos. Conclusie indertijd: geen leven op de rode planeet.
Later dit jaar zal Nasa onder de naam Phoenix opnieuw een verkenner naar Mars sturen om naar water en leven te speuren. De vraag is of er op basis van de nieuwe inzichten met andere methodes onderzoek zal worden gedaan. Geconfronteerd met de nieuwe bevindingen over het soort leven dat mogelijk is op Mars, geeft een Nasa functionaris het perfecte bureaucratische antwoord. ”Dat kan alleen als de wetenschappers gebruik weten te maken van het bestaande wetenschappelijk instrumentarium aan boord van de verkenner.” We kunnen dus nu al concluderen dat de Phoenix missie naar Mars alleen leven zal vinden als dit lijkt op veldsla of mos. En dat kan op basis van de nieuwste inzichten worden uitgesloten. Bureaucratie en wetenschap zijn geen vrienden.
We kunnen ons afvragen of de situatie waarin het Phoenix programma zich bevindt zo uitzonderlijk is. Schieten niet bijna alle innovatieprojecten en bijna al het wetenschappelijk onderzoek tekort in het weten waarna we zoeken? Serendipity is het vinden van iets dat je niet zoekt. Het is de beloning voor wie onwetend is maar vlijtig. Onwetend is iedereen. Dat betekent ook dat er veel meer te vinden valt dan we ons kunnen voorstellen. Meer dan de vooraanstaande wetenschappers of ingenieurs zelf durven toegeven. Dat is niet alleen in de ruimtevaart, maar ook op technologische gebieden dicht bij huis zoals tunnelbouw, agronomie, nieuwe materialen en medische systemen. Steeds zie je doorbraken die vijf jaar gelden niet eens werden gezocht. Ondanks alle bureaucratie. Het enige zekere voor het jaar 2007 is dat we weer verrast zullen worden.