Frits Prakke

Het Europese Amerika-Complex

In Technisch Weekblad on zondag, oktober 10, 2004 at 20:04

Lijdt Europa op het gebied van wetenschap en technologie aan een onoverkomelijk Amerika-complex? Steeds weer gunnen we het merendeel van de Nobelprijzen, die Zweeds zijn en dus eigenlijk van ons, aan Amerikaanse wetenschappers. De Nobelprijzen voor literatuur en vrede zijn de uitzondering die de regel van de Amerikaanse wetenschappelijke suprematie bevestigen. De uitgebreide Europese Unie blijft nog steeds achter op het gebied van patenten en aandeel in de totale export van high-tech producten. In slechts één van de vijf high-tech sectoren, de farmaceutische industrie, is Europa wereldwijd de marktleider.

Het is aardig te lezen in het tweejaarlijkse rapport Science Indicators van de National Science Foundation (NSF), dat de Amerikanen zich op hun beurt ook zorgen maken. Aziatische landen zoals China en Zuid-Korea nemen een steeds groter aandeel in het totaal van de Amerikaanse patentaanvragen en in de export van computers en telecommunicatieapparaten. Na 2001 is het aantal visas aan buitenlandse studenten en onderzoekers, een belangrijke indicator voor de aantrekkingskracht van het Amerikaanse innovatiesysteem, sterk afgenomen. Maar onze minister van Onderwijs zal zeker jaloers zijn te lezen dat in Amerika het percentage ingenieursdiploma’s behaald door vrouwen tussen 1980 en 2000 is gestegen van twee naar twintig. In de informatica bedraagt dit nu meer dan 30 %. Het percentage van alle patenten behaald door universiteiten is in twintig jaar gestegen van één naar vijf procent van het totaal. Amerika maakt zich zorgen om het verlies van marktaandeel in high-tech producten, maar niet aan Europa.

Wat mankeert Europa? Het gaat om cultuur en structuur. Het verschil in cultuur tussen Amerika en Europa blijkt uit de reactie op de nieuwste technologische uitdaging van onze tijd, de convergentie tussen nano-, bio-, en informatietechnologiën. In de VS kwam een commissie van de NSF met een rapport over de kansen hiermee het menselijk lichaam gezonder en sterker te maken. De Europese Unie kwam onlangs, twee jaar later, met een rapport van 20 hoogleraren over de maatschappelijke vragen en tegenstand die een dergelijk ingrijpen in de biologie van de mens zou oproepen. Een commissie van Europeanen produceert vragen. Een commissie van Amerikanen produceert oplossingen.

Minister Brinkhorst noemt de EU Raad voor de concurrentiekracht, waarvan hij zes maanden voorzitter is, een ‘Mickey Mouse raad’ en ‘zielloos’, vanwege het gebrek aan slagvaardigheid.

Maar voorop staat de versnippering van de Europese structuur van wetenschap en technologie – onderzoekers, hoogleraren en studenten – in vele kleine, naar binnen gerichte, nationale deeltjes, die stuk voor stuk afhankelijk zijn van nationale subsidies en niet met elkaar communiceren, laat staan concurreren. De EU is erin geslaagd één grote markt te scheppen voor kolen en staal, voor de landbouw, en voor de industrie. Maar niet voor wetenschap en technologie. In Nederland wordt het als vooruitgang beschouwd als de drie technische universiteiten gaan samenwerking om meer subsidie te krijgen. Dat lijkt me niet relevant. Het gaat er juist om dat ze gaan concurreren om in aantrekkingskracht op studenten en wetenschappers de beste te worden in Europa. Pas dan kan ook Europa de beste van de wereld worden.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: