De krant bestaat niet om ons van meer informatie te voorzien, maar om de hoeveelheid informatie die zich aanbiedt te beperken. We willen niet alles weten, maar alleen dat wat van belang is. Tijd is schaars. Daarom gaat het niet om informatie vergaren maar om informatie selecteren. Zo heel nu en dan willen we iets horen dat echt nieuw of verrassend is. Om ons niet te zwaar te belasten houden de meeste kranten zich daaraan en zijn ze vooral bezig onze bestaande (voor-) oordelen te bevestigen. De zichzelf respecterende journalist zal tegen deze zienswijze protesteren, maar tegelijk toegeven, als hij de oude krantenwijsheid beaamt, dat een goede krant een “mijnheer” moet zijn: voorspelbaar, eerbiedwaardig en lid van dezelfde club. Ik schrijf dit niet als een aanval op het journaille. Integendeel. Ik maak me juist zorgen hoe kranten ooit een grotere rol kunnen gaan spelen op een in technische opzichten superieur medium als Internet. Want Internet selecteert niet.
Een hardnekkige griep heeft me een week zodanig aan huis gekluisterd dat ik me volledig heb kunnen wijden, zonder tijdklem, aan de informatievergaring via Internet. Het informatieaanbod op het Internet, zo blijkt dan, is zeer zeker geen “mijnheer”. Veeleer is er sprake van een “pukkelige puber”. Voortdurend wordt je om de oren gekletst met overvloedige, uitdagende, verrassende, verontrustende, moeilijk te plaatsen en zelfs ongewenste informatie. Het Internet weet zijn hormonen niet te beheersen. Het is fascinerend op de website van cyber-roddeltante Matt Drudge op woensdag te lezen dat het huwelijk van Bill en Hillary Clinton nu definitief op de klippen is gelopen, en dit met dezelfde vage bronvermelding op vrijdag als opening in de Telegraaf te lezen. Maar is dat dan waar? Wie beweert dat? Of, wil ik dat weten?
Internet is technologie die zich nog moet aanpassen aan onze cultuur. Al in de oudheid was bekend aan welke drie eisen een boodschap moest voldoen om gehoor te vinden. Enkel informatie en logische samenhang (de ‘logos’) is niet voldoende. Evenzeer zijn van belang de intentie en het gevoel (de ‘pathos’) die overgebracht worden en de aard (de ‘ethos’) van de boodschapper. Verdient hij onze aandacht? Wil je je ermee identificeren? Omdat op het Internet de aanbieders veelal onbekenden zijn ontbreekt het vooral aan de kwaliteiten pathos en ethos. Dat zijn precies de eigenschappen die de krant, juist door zijn beperkingen als “Mijnheer” in overvloed bezit. De beste informatiebronnen op het Internet zijn voor mij dan ook gevestigde kranten – super-mijnheren – die een website hebben, zoals de New York Times en in Nederland de onlangs sterk verbeterde website van het Parool. Ik verwacht dat op termijn de hardcopy uitgaven overbodig zullen worden. Mijn abonnement betaalt toch enkel de kosten van papier en drukker. De uitgever en redactie kunnen dan van de digitale advertenties leven. Alleen, waar wordt dan morgen de vis in verpakt?