Het examenseizoen waar we nu in zitten is ook het seizoen voor carrièrekeuzes. Ondanks alle sombere waarschuwingen van de rector toch het eindexamen gehaald? Dan moet nu definitief gekozen worden tussen Leiden, Eindhoven of Amsterdam. Wordt het door die zeven op het wiskunde-examen toch bèta? De Minister en het VNO-MKB hopen van wel. Maar weet wel dat een acht of hoger voor het vak Nederlands een betere indicator is voor toekomstig succes aan de TU. Voor afgestudeerden wachten weer nieuwe keuzes, ingewikkelder dan de meeste examens.
De wereld wacht op je. Maar welke wereld? De informatica ingenieur die vijf jaar geleden aan zijn studie is begonnen komt nu op een al jaren stagnerende arbeidsmarkt en bovendien in een bedrijfstak die in de ban is van off-shoring. De Minister en het VNO-MKB hebben makkelijk praten. De specialistische computerbanen verdwijnen in rap tempo naar India. IT ingenieurs verdienen daar minder dan een derde van wat vergelijkbare vakgenoten in Nederland verdienen. Chemische technologie gaat dezelfde kant op. Zowel aan Amerikaanse als Nederlandse ingenieursopleidingen zien decanen met lede ogen hun beste afgestudeerden steeds vaker kiezen voor banen als financiëel analist, business consultant, of in de marketing. Maar hun probleem is voor de met keuzes worstelende eindexamenkandidaat misschien juist de oplossing.
Studiekeuzes moeten niet verward worden met carrièrekeuzes. De glossy brochures van universiteiten en het HBO, met hun overvloed aan modieuze, sterk op de arbeidsmarkt georiënteerde opleidingen, dragen bij aan die verwarring. Steeds worden nieuwe studierichtingen bedacht. Dat is misleiding. Ondanks de verkorte studieduur komt het bijna niet meer voor dat een student afstudeert aan een opleiding met de zelfde naam als in zijn eerste jaar.
Gezien de onvoorspelbaarheid van de toekomstige arbeidsmarkt en de niet geringe onzekerheid in de eigen ontwikkeling van de student is de keuze voor een specifieke toekomstige carrière met achttien jaar nagenoeg zonder betekenis. De studie is geslaagd als na een jaar of vier die onzekerheid over de eigen talenten is gereduceerd. De ene kant van de medaille is, dat een proeve van bekwaamheid, meesterschap op enig deelgebied binnen het vak, met succes afgelegd moet worden. De keuze mag vrij zijn van arbeidsmarktoverwegingen. De andere kant van de medaille is dat inzicht in de eigen beperkingen wordt verkregen. Een duidelijke onvoldoende is daarom van even groot belang voor een student als een cum laude.
In de huidige kenniseconomie is de beste voorbereiding op een carrière in een onzekere toekomst niet de keuze voor één specialisatie, maar de keuze voor meerdere opties. Dat betekent een bewezen vermogen zich naast het hoofdvak een nieuw kennisgebied eigen te kunnen maken. Computerbedrijven willen programmeurs die ook instaat zijn internationale projecten te leiden, of meerdere talen te leren spreken. Gartner Research, onderzoeker van ICT trends, spreekt van “versatilisten”. De behoefte daaraan komt overeen met de ontwikkelingen op het gebied van kennismanagement in vele bedrijfstakken. Dat vereist niet zozeer de aloude permanente educatie, maar meer iteratieve educatie. De basis daarvoor moet worden gelegd in het hoger onderwijs.