Laat het aan de Amerikaanse rechters over om met een creatieve oplossing te komen om maatschappelijk onrecht te bestrijden. Jarenlang heeft het softwareconcern Microsoft misbruik gemaakt van zijn technologische machtspositie om concurrenten te gronde te richten en miljoenen klanten te hoge prijzen te berekenen. Drie jaar heeft de rechtszaak geduurd. Even dreigde de opsplitsing van de onderneming op last van de rechter, zoals lang geleden Rockefeller’s Standard Oil Company in drieën werd gehakt. Maar onder de nieuwe regering Bush wordt machtsmisbruik minder hard aangerekend. Er is nu gekozen voor een schikking die inhoudt dat Microsoft 2.5 miljard dollar moet schenken aan een goed doel. Over de krakkemikkige architectuur en de eindeloze bugs die de Windows programma’s u en mij jarenlang ergernis hebben bezorgd wordt dan kennelijk niet meer gepraat. Microsoft komt er genadig van af.
Het creatieve is nu dat al dat geld geschonken zal voor computeronderwijs in 12000 van de armste scholen in de Verenigde Staten. Zou het ook niet aardig zijn als de Europese vitaminefabrikanten, die deze week werden veroordeeld tot boetes van meer dan een miljard gulden voor monopolistische prijsopdrijving, opdracht zouden krijgen dat bedrag te besteden aan medische zorg voor de allerarmsten in plaats van een storting in de kas van de Europese Commissie? Dit soort rechtspraak levert een interessante integratie op van strafvervolging en slachtofferhulp.
Het moet duidelijk zijn dat Microsoft zich in Nederland niet minder dan op haar thuismarkt Amerika schuldig heeft gemaakt aan machtsmisbruik en het berekenen van te hoge prijzen. Het valt ook niet te ontkennen dat de Nederlandse scholen grote behoefte hebben aan middelen om het computeronderwijs te verbeteren. Het lijkt me dat onze minister van Justitie ten spoedigste een gesprek zal moeten hebben met Bill Gates. Uitgangspunt bij dat gesprek moet zijn dat Nederlandse scholen naar rato van het vonnis in Amerika ondersteuning krijgen van Microsoft bij hun computeronderwijs. Een vlotte rekensom brengt me op f 400.000 ieder voor 800 Nederlandse achterstandscholen.
De echte uitdaging ligt dan in de effectieve besteding van het geld. Laten alle didactici, ICT-deskundigen, schoolhoofden en onderwijzers daar eens over nadenken. De conclusie is waarschijnlijk dat we pas aan het eerste begin staan van een onderwijsrevolutie waarvan niemand nog de consequenties kan voorzien. Ook lijkt het dat computeronderwijs dat type innovatie is dat in hoge mate afhankelijk is van de gebruikers. Een volledig volgens de laatste eisen ingericht computer lokaal betekent niets. Alle onderwijzers zes maanden op cursus sturen is zinloos. Er bestaat nog geen gevestigde best practice die in cursussen kan worden overgedragen.
M.I.T.’s Eric von Hippel (Sloan Management Review, zomer 2001) pleit in een dergelijk geval van door gebruikers gedreven innovatie voor User Communities, gemeenschappen van gebruikers van een nieuwe technologie. Misschien is dat de oplossing. Geef de scholen de middelen om naar eigen behoefte en inzicht te experimenteren en te leren, maar zorg dat ze een gemeenschap vormen waarin intensieve toetsing en uitwisseling van ervaring plaatsvindt.
Dicteer geen computerlokalen en lesmethoden van bovenaf. Dit is wellicht ook een hoognodige discussie en een nuttige conclusie als het gesprek van onze minister van Justitie met Bill Gates mislukt.